Een man was na een lange werkdag op weg naar huis toen hij een oude, versleten koffer langs de kant van de weg zag staan.
Het zag eruit alsof het was weggegooid – iets wat niemand meer wilde. Hij liep er langs, maar bleef na een paar stappen plotseling staan.
Hij hoorde een geluid uit de koffer komen.
Eerst dacht hij dat hij zich dingen inbeeldde. Maar het geluid kwam weer. Een zwak, bijna onhoorbaar gejank of gehuil. De man draaide zich snel om.
Met een bonzend hart liep hij dichterbij, boog zich voorover en ritste voorzichtig de koffer open.
Binnenin zat een opgekruld, angstig wezentje. Een vuilwitte puppy, waarschijnlijk een poedel, met een levenloze blik die je tranen in de ogen kon bezorgen.
De man was geschokt. Wie kon zoiets doen met een weerloos dier?
Hij pakte de pup voorzichtig op – hij verzette zich totaal niet. Thuis gaf hij hem water, wat voer en wikkelde hem in een deken.
Later bracht hij hem naar een plaatselijk asiel. Het personeel was geschokt, maar opgelucht dat de poedel nog leefde. Over het algemeen was hij in redelijke conditie, hoewel hij erg uitgedroogd en uitgemergeld was.
De politie startte een onderzoek: de koffer was in de buurt van een woonwijk achtergelaten, maar er waren geen camera’s in de buurt. De dader is nog niet geĂŻdentificeerd en de zaak wordt geclassificeerd als dierenmishandeling.