“Rome, we hebben een tweeling gekregen!” riep Tanya uit, haar stem trillend van emotie aan de telefoon. “Ze zijn piepklein, slechts 2,5 kilo per stuk, maar ze doen het geweldig. Het is geweldig!”
“De echo voorspelde het…”, antwoordde Roman op een afstandelijke toon. “Zijn het mannen?”
“Ja, twee prachtige jongens!” zei Tanya snikkend van vreugde. Ze had ze net voor het eerst vastgehouden. “Wil je ze komen bekijken?” vroeg ze zachtjes. “We zullen zien…” antwoordde hij, en hing abrupt op.
Na haar ontslag uit het ziekenhuis trok Tanya in bij Romans ouders. De tweeling, Kirill en Yefim, had constante aandacht nodig. Haar schoonmoeder hielp haar zoveel ze kon, maar Roman hield afstand.
Op een dag, toen ze langs de woonkamer liep, hoorde Tanya haar man met zijn moeder praten. Ze bleef abrupt staan.
“Het kan me niet schelen,” zei hij koel. “Tanya wilde deze kinderen, laat haar nu maar voor ze zorgen.”
Bij die woorden voelde Tanya een doffe pijn in haar borst. Ze besloot te vertrekken.
Maar net toen ze op het punt stond het huis te verlaten, hield Roman haar tegen:
“Blijf jij maar. Ik ben degene die weggaat.”
Hij trok in bij zijn geliefde Lida, in de veronderstelling dat hij daar de troost zou vinden die hij zocht. Maar de realiteit haalde hem al snel in.
Lida bekommerde zich niet om hem, noch om zijn welzijn. Ze verspilde alleen maar zijn geld en vroeg om meer. En elke dag dacht Tanya weer aan haar.
Op een middag keerde hij terug naar het huis van zijn ouders. Toen hij Tanya zag, veranderde er iets in hem. Ze leek anders: sterker, serener, bijna stralend.
“Je bent niet meer dezelfde,” zei ze zachtjes.
“Ja, ik ben veranderd,” antwoordde ze kalm.
Vanaf dat moment kwam Roman regelmatig terug. Elke week bracht hij tijd door met de tweeling. Lida was boos, maar het kon hem niet schelen.
Op een dag stelde Tanya hem de vraag waar ze allebei zo bang voor waren:
“Denk je dat we moeten scheiden?”
“Wij nemen geen overhaaste beslissingen…” mompelde hij.
Die avond kwam hij niet naar Lida terug.
Kort daarna pakte hij zijn koffers en ging naar huis.
“Ik wist dat je ooit terug zou komen,” fluisterde Tanya, zich aan hem vastklampend.
“Deze keer ben ik hier om te blijven.”
Tanya hield zijn hand vast en begreep dat ze de test hadden doorstaan… en dat de liefde, ondanks alles, had overleefd.