Zoals gewoonlijk kwam ik ‘s avonds thuis van mijn werk. Normaal gesproken was mijn man dan thuis, maar die dag was hij er niet. De kinderen waren bij oma, dus besloot ik rustig te ontspannen.
Ik kookte, rustte uit en ging vroeg naar bed, genietend van de stilte en rust in huis.
En wat gebeurde er toen? We waren allemaal verbaasd.
Ik dacht dat hij, zoals altijd, laat thuis zou komen, toen plotseling de telefoon ging. Ik zag dat hij het was. Ik nam op en hij kwam meteen ter zake, zonder eromheen te draaien: “Je hebt vast wel gemerkt dat ik de laatste tijd steeds later thuiskom. Ik heb nog een vrouw. Maak alsjeblieft geen scène.”
Haar woorden verrasten me niet. Ik antwoordde kalm: “Eerlijk gezegd had ik dat niet van je verwacht. Je weet dat ik morgen een belangrijke afspraak bij de kapper heb en dat jij voor de kinderen moest zorgen. Had je het me morgen niet kunnen vertellen?”
Hij bleef stil, verward. Hij verwachtte dat ik zou schreeuwen of huilen, maar ik praatte liever over belangrijkere dingen. “Ik wil gewoon eten. Weet je waar we de mayonaise bewaren?” vroeg ik zonder woede of wrok.
Ze hield vol: “Wil je niet weten wie hij is? Waarom ben ik weggegaan? Kan het je niets schelen? Wil je niet dat hij terugkomt? Hou je niet meer van me?” Ik zuchtte en zei vastberaden: “Het kan me niet schelen wie hij is of waarom je weg bent gegaan. Het is jouw probleem. Heb je de mayonaise?”
Hij antwoordde me verbaasd: “Wat ben jij een vrouw! Je man vertrekt en jij vraagt om mayonaise?” En ik begreep dat het gesprek voorbij was.
Ik voelde geen pijn of teleurstelling. Ik maakte me alleen zorgen om de kinderen en het huis. Hij kan een nieuw leven beginnen, voor mij is zijn vertrek geen verlies, maar een bevrijding. Hij ging weg en ik bleef achter, mijn innerlijke rust en evenwicht bewarend.