Marina, serveerster in een plaatselijk café, was gewend om een divers publiek te bedienen: gezinnen met spelende kinderen, vermoeide reizigers en nog veel meer.
Op een zonnige zondagmiddag kwam er een man het restaurant binnen die er totaal niet bij leek te passen.
Zijn onverzorgde uiterlijk en versleten kleding onderscheidden hem van het gewone publiek.
Ondanks haar uiterlijk benaderde Marina haar op een vriendelijke manier en nam haar bestelling op, in tegenstelling tot de andere obers die aarzelend leken.
Zijn vriendelijke daad werd echter door de manager afgekeurd en hij dreigde de kosten van de maaltijd van zijn salaris af te trekken als de man niet kon betalen.
Tot Marina’s verbazing betaalde de man niet alleen de rekening, maar gaf hij haar ook nog eens een royale fooi van $ 5.000!
De ogenschijnlijk straatarme man bleek in werkelijkheid een goede vriend van de café-eigenaar te zijn en voerde in het geheim een controle uit om te controleren of het personeel wel oplettend was tegenover alle klanten.
Marina’s oprechte medeleven maakte niet alleen indruk op de eigenaar, maar onthulde ook het slechte oordeel van de manager.
Als gevolg hiervan werd de manager ontslagen en werd Marina gepromoveerd tot supervisor van het cafépersoneel vanwege haar constante vriendelijkheid, waardoor er een gastvrije sfeer heerste voor iedereen die binnenkwam.